ONTWAKEN (BUJJHATI; BODHATI)

Het lijden (dukkha; duḥkha) heeft een functie: het maakt ons wakker. Het nodigt uit tot ontwaken (bujjhati; bodhati)—tot een onmiddellijk en ongekunsteld besef van de werkelijkheid (sacca; satya). Deze werkelijkheid is niet verborgen, maar wordt zelden werkelijk doorzien.

Wat wij doorgaans doen, is zien—waarnemen, benoemen, beoordelen. Maar dit gewone zien blijft aan de oppervlakte. Het is gebonden aan gewoonte, aan concept, aan het ik. 

Doorzien daarentegen breekt door die sluier heen. Het is helder, direct, bevrijdend. Het ziet niet slechts wat verschijnt, maar ook de aard (sabhāva; svabhāva) van dat verschijnen: vergankelijk (anicca; anitya), onbevredigend (dukkha; duḥkha) en zonder blijvende kern (anattā; anātman).

Het diepgaand begrijpen van onze eigen situatie vormt hierin een onmisbare sleutel. Alleen wie de moed heeft om werkelijk te kijken, ziet wat zo lang over het hoofd werd gezien. Niet als idee, maar als levend inzicht dat het hart raakt.

Zolang we in verstrooidheid en onwetendheid (avijjā; avidyā) leven, gevangen in verlangen (taṇhā; tṛṣṇā) en afkeer (dosa; dveṣa), blijven we blind voor wat voor de hand ligt. Alleen wanneer we aandachtig zijn (sati; smṛti), met ernst en toewijding, wordt zichtbaar wat gewone mensen (puthujjana; pṛthagjana) missen. 

In die stille aandacht richt de geest zich op een wijze manier (yoniso manasikāra) en ontluikt het vermogen tot doorbraak—het vermogen om niet slechts te kijken, maar te doorzien (vipassanā; vipaśyanā).

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.