ONTWAKEN. WAKKER WORDEN

De heelheid realiseren van alles-met-alles staat voor ontwaken. Eén zijn met het natuurlijke proces van vergankelijkheid. Anicca.

Verdrink niet in geboorte en dood. In ontstaan en vergaan. Geboorte en dood zijn geen dichotomieën. Het zijn facetten van één en hetzelfde proces. Er is geen beginpunt. Er is geen eindpunt. Er is enkel dit cyclische ‘proces’.

Niet de dood is het probleem. Geboorte is het probleem: ons intens verlangen naar het eeuwige ‘worden’ (P. bhava). Wedergeboorte is een begoocheling. Een illusie. Een geconditioneerde inbeelding. Een fata morgana. Wedergeboorte is niet de aard van de dingen. We ‘verrijzen’ niet als separate ego’s omdat het ‘ik’ een illusie is, ‘leeg’ aan zelf (P. anatta). Het is de aard van álle vormen om te ontstaan en nadien te vergaan. Om uit te doven. Dit is Dhamma—de natuurwet, de kosmische wet. Dit is hoe de dingen zijn. Yatha-bhuta.

De Boeddha gebruikte het begrip ‘wedergeboorte’ als metafoor voor de bestendige verandering van de dingen in elk moment en van moment-tot-moment. Hij herdefinieerde op deze manier het vedische begrip van reïncarnatie, van herbevlezing.

Voor ontwaken is één zijn met het proces voldoende. Héél zijn. Zonder verlangen. Zonder afkeer. Voorbij geboorte en dood gaan. De Boeddha noemde dit het Ongeborene (P. ajata) en het Doodloze (P. amata). Nibbana.

@ Eva: dank voor de mooie foto.