HET ONGEBORENE. HET DOODLOZE

In de sutta’s verwijst de Boeddha naar het Ongeborene en het Doodloze als metaforen voor nibbana. Op zich moeilijke begrippen. Thich Nhat Hanh is erin geslaagd om in verschillende van zijn dhammatalks aan deze woorden een gezicht te geven.

Lees even mee: 

 Ik ben dit lichaam niet. Ik word niet beperkt door dit lichaam. Ik ben een leven zonder grenzen. Ik ben nooit geboren en ik ben nooit gestorven. Kijk naar de oceaan en de lucht gevuld met sterren, manifestaties van mijn wonderbaarlijke ware geest. Al van voor er tijd bestond ben ik vrij.

Geboorte en dood zijn slechts de deuren waar we doorgaan, heilige drempels op onze reis. Geboorte en dood zijn als een spel verstoppertje. Dus lach met me, hou mijn hand vast, laten we afscheid nemen, om elkaar binnenkort weer te zien.

We ontmoeten elkaar vandaag.

Morgen ontmoeten we elkaar weer. We kunnen elkaar op elk moment bij de bron ontmoeten. We ontmoeten elkaar in alle vormen van het leven…