De speciale militaire operatie in Oekraïne. De genocide in Gaza. De gruwel in Syrië. Lijden in het kwadraat. Waar blijven de ‘overkoepelende’, zogenaamd ‘representatieve’ boeddhistische structuren om dit krachtig te veroordelen?
Dit gaat immers over weten waar je mee bezig bent. Over moedig zijn. Over zeggen waarop het staat.
Ik hoor alleen stilte. Grote Stilte. Verbijsterende stilte. Pijnlijke stilte.
De stilte van ‘overkoepelende’, ‘representatieve’ boeddhistische structuren in het licht van tragedies zoals de oorlog in Oekraïne, de genocide in Gaza en het geweld in Syrië roept fundamentele vragen op over hun rol en verantwoordelijkheid. Vanuit de kernwaarden van mededogen en geweldloosheid zou men verwachten dat zij krachtig stelling nemen tegen dergelijke gruweldaden. Wat totaal ontbreekt, is een krachtige, ondubbelzinnige reactie die niet alleen het geweld veroordeelt, maar ook oproept tot geweldloze oplossingen en steun biedt aan de slachtoffers.
Deze adembenemende stilte kan verschillende oorzaken hebben: Gemis aan moed. Institutionele inertie. Angst voor politieke repercussies. Samenwerking met machthebbers.
Waar blijft een krachtige boeddhistische reactie van deze ‘overkoepelende’, ‘representatieve’ organen? Waar blijft een ondubbelzinnige verklaring waarin het geweld en de onderliggende oorzaken veroordeeld worden? Waar blijven oproepen tot geweldloze oplossingen en diplomatieke inspanningen? Actieve steun aan slachtoffers, bijvoorbeeld via humanitaire hulp? Educatie en bewustwordingscampagnes om mensen te helpen de wortels van conflicten, zoals hebzucht, haat en onwetendheid, te begrijpen?
Het uitblijven van een duidelijke reactie roept vragen op over de balans tussen spiritueel leiderschap en wereldse betrokkenheid. En vooral over representativiteit.
Hoe kan je je onnuttigheid duidelijker etaleren?
Hieruit blijkt dat verantwoordelijkheid niet bij overkoepelende structuren ligt of gezocht moet worden, maar bij individuele beoefenaars en de afzonderlijke sangha’s.
Boeddhisme heeft geen nood aan overkoepelende structuren. Dhamma ontwikkelt zich niet uit structuren. Dat is niet enkel een dwanggedachte, het is gewoon een verkeerd uitgangspunt. Bekijk structuren voor wat ze zijn: slechts vormen, géén inhoud.
Identificeer je niet met structuren. Ze conformeren niet met de ware aard van de dingen. Wandel ervan weg. Ze sporen niet met inzicht. Loop zélf het Boeddha-pad. Dán zie je de bomen door het bos.