De Pali-canon is als een open poort die naar Dhamma voert. Een open poort, in de betekenis van een invitatie. Maar ook niet méér dan dat. Slechts wanneer je van deze woorden en concepten een permanente meditatie maakt, ontstaat wijsheid die je leven verzadigt. En dáár moet je naartoe. Voorbij woorden. Voorbij concepten.
De dhammanuvatti die zelfrealisatie zoekt binnen Dhamma moet bijgevolg zijn weg vooral zoeken buiten het georganiseerde, geïnstitutionaliseerde, gestructureerde, sektarische boeddhisme. De beoefenaar moet zijn eigen weg (durven) gaan. Zoals de Boeddha zei: als een rinoceros. Als een khaggavisana. Hij moet de geëffende paden durven verlaten. Hij moet durven zijn eigen lamp te zijn. Hij moet durven zijn eigen eiland te bewaken. Met open ogen te kijken. Niet met oogkleppen. Zodat vorm de inhoud niet overschaduwt.
Stephen Batchelor:
❛ Zodra we ons opsluiten binnen de begrenzing van een traditie of een groep waar we ons thuis voelen, onbedreigd voelen, zijn we afgesneden van de oneindig vele bronnen tot ontwaken die zich overal aandienen, zolang we maar bereid zijn te luisteren en ons open te stellen. ❜