In de Girimananda Sutta, Anguttara Nikaya 10.60, laat de Boeddha er niet de minste twijfel over bestaan wat de beoefenaar met ‘verlangen’ moet doen. Kort, bondig en dwingend verklaart hij:
❛ Tanhaya mulam kanatha’—Graaf de wortel van verlangen op. ❜
Wil de beoefenaar tot bevrijding komen, dan heeft hij/zij géén andere keuze dan verlangen te vernietigen. Enkel op déze manier kan hij/zij zich bevrijden van dukkha.
De Boeddha wéét als geen ander wat voor een geraffineerd gif ‘verlangen’ is. Sluipend. Verraderlijk. Geniepig. Niet verwonderlijk dus dat Mara–ons alter ego—er uitgebreid gebruik van maakt om ons op het verkeerde been te zetten. Elk verlangen—zelfs met de meest hoogstaande intentie—blokkeert onze spirituele progressie. Daarom ook dit kernachtig bevel van de Boeddha: ❛ Graaf de wortel van verlangen op ❜, i.c. vernietig het verlangen tot in de kern.