Om thuis te komen moet je eerst het huis verlaten, moet je de thuisloosheid intrekken om jezelf tegen te komen…
Observeer aandachtig, zegt de Boeddha, de dingen zoals ze wérkelijk zijn. En doe dit gelijkmoedig. De dingen, verschijnselen, fenomenen zijn immers niet zoals je wil of droomt dat ze zijn. Of juist niet wil of droomt dat ze zijn. Of hoopt dat ze zijn. Daarom is een constante, gerichte opmerkzaamheid zo belangrijk. Enkel dan kan je gelijkmoedig de wérkelijke werkelijkheid zien. Yatha-bhuta.
Inzicht in de werkelijkheid zoals ze wérkelijk is veronderstelt het ‘zien’ van alle ‘dingen’ in relatie tot hun drie karakteristieken (P. tilakkhana), namelijk als vergankelijk (P. anicca), als onbevredigend (P. dukkha) en als zelfloos (P. anatta).
Steeds opnieuw benadrukt de Boeddha aan zijn volgelingen de noodzaak om dit inzicht te realiseren.
In zijn eerste voordracht, de Dhammacakkappavattana Sutta, Samyutta Nikaya 56,11, in het Hertenpark van Sarnath zette de Boeddha het wiel van Dhamma in beweging met deze woorden:
❛ Alles wat onderhevig is aan ontstaan, is onderhevig aan vergaan. ❜
De enige échte werkelijkheid is vergankelijkheid. Onbestendigheid. Anicca. De Boeddha zegt: observeer dit proces van ontstaan en vergaan van alle dingen. Kijk ernaar. Kijk aandachtig naar dit proces. Dit eeuwige proces waaraan alle verschijnselen onderhevig zijn. Altijd en overal. Observeer deze permanente natuurwet van verandering, van mutatie. Maar waar niets verloren gaat. Zich enkel wijzigt, zich permanent transformeert. Realiseer anicca in jezelf. Gelijkmoedig. Observeer hoe de dingen ontstaan en vergaan. Maar identificeer je er niet mee. Ervaar de weidsheid waaruit ze opkomen, waarin ze bestaan en vergaan. Ervaar dit eeuwige Proces. Dhammo sanantano. Herken deze Gelukzalige Ruimte. Acalam sukham. Dan zal je dukkha beëindigen. Dan zal je het Ongeborene (P. ajata) ervaren. En het Doodloze (P. amata). Dan zal je naast de Boeddha lopen. Niet achter Hem. Maar naast Hem. Als een buddhankura—een Boeddha-in-spe. Een embryonale Boeddha.
De Boeddha in de Itivuttaka 4.111:
❛ Waar je ook bent in deze wereld, observeer en mediteer steeds op het ontstaan en vergaan van alle samengestelde [geconditioneerde] dingen. ❜
Bekijk de verschijnselen niet op de geconditioneerde manier die de maatschappij en je omgeving je willen opdringen. Trek de thuisloosheid in. Verlaat deze huizen van geveinsde vastheid. Zij zijn de werkelijkheid niet. Het zijn louter projecties van de wensdromen van de (politieke, economische, financiële, maatschappelijke, religieuze…) machthebbers en hun zelf geconstrueerde structuren. Hun doel is niet edel (het behoud van hun privilegies) en hun gebruikte technieken zijn geraffineerd en perfide (ze beschikken over alle middelen én ze versterken mekaar onderling).
Conditioneringen zijn gewoontepatronen die ons tot slaven maken. Tot gevangenen van onze eigen overtuigingen, opinies, gehechtheden, behoeften, verlangens en angsten. Gevangenen van onze sociale programmering, van onze angst voor wat anderen over ons denken, van onze angst voor de dood, van onze onwetendheid over de wérkelijke werkelijkheid. Gevangenen van onze zintuigen, die ons mentaal en emotioneel functioneren beheersen.
Conditionering gebeurt niet zomaar. Conditionering is absoluut niet vrijblijvend. Het is gewild. Pervers. Tegennatuurlijk. Tegen de natuur van de dingen. Conditionering draagt een weloverwogen doel in zich: het drijft de makke kudde in de richting die de machthebbers willen. Besef dat de finaliteit van een gedomesticeerde kudde de roemloosheid van het slachthuis is.
Observeer daarom de verschijnselen met open blik. Kijk persoonlijk. Zélf. Onbevangen. Forensisch aandachtig. Accepterend gelijkmoedig. Zonder hoofd boven je hoofd. Trek de mentale thuisloosheid in. Zie het proces van verandering dat zich elk moment voltrekt. Kijk met Boeddha-ogen. Buddha-cakkhu.
Wie voor dit pad kiest, zal aan een astrante tegendraadsheid een uitstekende eigenschap hebben. De Boeddha noemde dit patisothagami. Dit is roeien tegen de stroom in van de geaccumuleerde, geconditioneerde gewoontepatronen.
Een heilzaam gebrek aan ontzag voor geloof, macht en machthebbers maakt de mens alerter, waakzamer en minder vatbaar voor conditionering. Het is een eigenschap die van jongs af aan moet aangeleerd en—vooral—aangescherpt worden. Het is een kwaliteit die ieder voor zich persoonlijk moet ontwikkelen. Met kordate overtuiging. Met volharding. Adhitthana. Van de machthebbers kan je moeilijk verwachten dat ze zelf de middelen aanreiken die hen ontmaskeren.
Laat je niet inkapselen. Niet insluiten. Duik de Dhamma-stroom in. En zwem. Tegen de stroom in. Rebels als de historische Sakyamuni zelf. Ga voluit. Zonder twijfel. Akathamkathi. Zonder verlangen. Laat niets je zintuigen prikkelen. Alles wat uit de zintuigen geboren wordt, is immers veranderlijk en vergankelijk. Laat onwetendheid, verlangen en afkeer los. Nirasamsa. Laat elke separaatheid met de stroom zichzelf ontmaskeren tot een groteske leugen.
Jij alléén kunt deze diepe ervaring opener maken. Toegankelijker. Anderen kunnen je ondersteunen, kunnen je begeleiden, kunnen je de weg tonen, maar jij alléén bent je eigen baas. Jij bent degene die je geest begrijpt en je hart opent voor inzicht.
Wees je eigen meester. Atta hi attano natho. Breek de ketens van samsara en bevrijd jezelf. Als een buddhankura—een Boeddha in wording.
Ervaar het vluchtige, het efemere, het vergankelijke karakter van al je zintuiglijke impulsen. Ervaar het onstabiele. Het ‘lege’. Het ‘ziel’-loze van alle dingen. Beleef intens hoe alles ontstaat en vergaat. Geen ogenblik gelijk blijft. Élk moment transformeert. Van moment-tot-moment muteert. Aanschouw dit eeuwige proces. Zie het repetitieve karakter ervan. En accepteer het. Zoals het is. Yatha-bhuta.
Zie de onderlinge afhankelijkheid van de dingen. Overdenk hoe het ontstaan van een verschijnsel leidt tot het vergaan van andere verschijnselen. Hoe het vergaan van een ding de voorwaarde vormt voor nieuwe dingen. Paticca samuppada. Ervaar hoe alles één is. Zie de symbiose tussen geboorte en dood. Gelijkmoedig. Zonder doodsangst. Ontstijg het ‘worden’ (P. bhava). Overstijg wedergeboorte. Transcendeer samsara. Proef het Ongeborene (P. ajata) en het Doodloze (P. amata). Ga de stroom binnen.