JUIST INZICHT

In de Saccavibhanga-Sutta, Majjhima-Nikaya 141, wordt ‘juist inzicht’ (P. samma ditthi) als volgt omschreven: 

❛ Het weten omtrent het lijden, het weten omtrent de oorsprong van het lijden, het weten omtrent het ophouden van het lijden en het weten omtrent de weg die leidt tot het ophouden van het lijden—dat wordt zuiver inzicht genoemd.❜

De Boeddha noemde dit de Vier Edele Waarheden. Of, anders verwoord, de Vier Realiteiten van een Edele Volgeling.

Zuiver inzicht zorgt ervoor dat het lijden (P. dukkha) stopt. Dit doet zich voor wanneer de dhammanuvatti ervaringsgewijs inziet dat zijn ‘ik’—het lichaam/geest-complex—niets anders is dan de optelsom van een aantal, voortdurend veranderende, processen.

Doordat dit ‘ik’ continu aan verandering onderhevig is, is het een begoocheling die nooit op zichzelf staat en geen enkele stabiele individualiteit in zich draagt. 

Als gevolg van dit proces van constante verandering en vergankelijkheid (P. anicca) is het ‘ik’ ‘zelfloos’: het bezit geen enkele vaste substantie (P. anatta).

De yogi die anicca op de juiste manier begrijpt, weet dat dukkha er het gevolg van is en anatta haar ultieme waarheid.