SPONTAAN

Spontaan is het antoniem van vastgeroest. Het tegenovergestelde van geconditioneerd. Van gemanipuleerd. Spontaan laat niets overeind van wat de beoefenaar in zijn begoocheling als ‘vast’ percipieert.

Spontaan is ruimte: vormloos, naamloos, tijdloos, zonder dimensie, onbezoedeld. Zonder verleden, zonder toekomst, zonder begeerte, zonder afkeer, zonder hechting. De volheid van het heden. Van het hier-en-nu. Het is de plotse diepe herkenning van wat zich in het heden manifesteert. 

Het is het sacrale van de vergankelijkheid in elk moment. Udayabbaya. Alles één in vergankelijkheid. In samenhang met al het andere. Alles met elkaar vervlochten. Holistisch. Waar het grote zich manifesteert binnen het kleine en het kleine binnen het grote. Dit ervaren is spiritueel wakker worden. Ontwaken. Intiem zijn met alle dingen.

Spontaan is kijken als louter kijken. Horen als horen. Ruiken als ruiken. Proeven als proeven. Voelen als voelen. Het denken beschouwen als loutere, efemere gedachten. Kijken, horen, ruiken, proeven, voelen en denken op zich—‘an sich’—is de echte werkelijkheid van het moment. 

Zintuiglijke ervaringen zonder inhoud. Zonder voorkeur. Zonder afkeer. Zonder oordeel. Zonder opinie. Zonder enig persoonlijk additief. Zonder woorden en zonder concepten. Zonder sankharas. Zodat de letter van Dhamma niet belangrijker wordt dan de geest ervan.

Spontaan betekent ‘met de stroom meegaan’. Met de flow. Met de natuurwet. Het betekent openstaan voor het Proces. Volkomen openstaan voor Dhamma. Met een open blik. Met een beginner’s mind. Elke dag opnieuw. Als een kind.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.