PANNA

In het theravada-boeddhisme is panna een Pali-term die vertaald wordt als ‘wijsheid’ of ‘inzicht’. Het is één van de drie belangrijke pijlers van het boeddhistische pad, naast ‘sila‘ (morele zuiverheid) en ‘samadhi‘ (concentratie of meditatie).

Wijsheid in het theravada-boeddhisme verwijst naar het begrip en inzicht in de fundamentele aspecten van het leven, de werkelijkheid en de aard van het lijden. Het omvat het begrip van de Vier Edele Waarheden, die de kern vormen van de leer van de Boeddha:

  1. Het lijden begrijpen (P. dukkha sacca).
  2. De oorzaak van het lijden loslaten (P. samudaya sacca).
  3. Het einde van het lijden realiseren (P. nirodha sacca).
  4. Het pad naar het einde van lijden volgen (P. magga sacca).

Wijsheid helpt de beoefenaar om de aard van verlangen, hechting en onwetendheid te begrijpen, die beschouwd worden als de oorzaak van lijden. Door middel van inzicht kan de beoefenaar deze oorzaken verminderen en uiteindelijk overwinnen, wat leidt tot bevrijding (P. nibbana) van het cyclische lijden (P. samsara).

Panna omvat ook de beoefening van vipassana-meditatie, die gericht is op het ontwikkelen van diep inzicht in de werkelijkheid door directe ervaring. Door mindfulness en introspectie ontwikkelt de beoefenaar een diep begrip van de vergankelijkheid (P. anicca), het niet-zelf (P. anatta), en de onbevredigende aard van ervaringen (P. dukkha), wat leidt tot een diepere staat van wijsheid en uiteindelijk tot bevrijding.