De Shiva Sutra’s vermelden vijf elementen die onze ware aard bedekken en verhullen. Deze vijf elementen staan bekend als ‘kanchuka’, wat ‘verbergers’ betekent:
—Het eerste van deze vijf elementen is Kalaa of begrenzing, limitering, beperking. Kalaabeperkt het Universele Bewustzijn tot een individuele ervaring. In plaats van ons te identificeren met bewustzijn, identificeren we ons met het lichaam, of met de naam en vorm (namarupa).
—Het volgende element is Vidya of kennis, die de alwetendheid van het Universele Bewustzijn vermindert tot beperkte (relatieve) kennis. Vidya bedekt onze absolute staat en zorgt ervoor dat we slechts beperkte kennis ervaren.
—Daarna komt Raga of verlangen, aantrekking. Wanneer we ons separaat voelen van andere objecten, ontstaat er aantrekking tot sommige ervan. Wanneer er echter geen scheiding is, kan er geen aantrekking zijn: je kunt alleen aangetrokken worden tot iets dat gescheiden van je is.
—Het volgende element is Kaala of tijd. Kaala begrenst de eeuwigheid van het Universele Bewustzijn tot verleden, heden en toekomst. In plaats van eeuwigheid te ervaren, ervaren we tijd gemeten in seconden, minuten, uren, dagen, maanden, jaren, enzovoort.
—Het laatste element is Niyati of noodlot, bestemming, het onvermijdelijke. Niyati veroorzaakt beperkingen in ruimte en vorm. In plaats van de alomtegenwoordigheid van onze ware aard te ervaren, ervaren we onszelf in een bepaalde ruimte en vorm. Dit is het pad van samsara dat de individuele ziel ervaart in deze wereld, onderworpen aan tijd, ruimte en de Wet van Karma.
Deze vijf elementen bedekken onze ware aard en beperken ons bewustzijn van de Ultieme Realiteit. In plaats van eeuwigheid en de alwetendheid, alomtegenwoordigheid van onze ware aard te ervaren, identificeren we ons met een naam en vorm, en ervaren we onszelf in een bepaald lichaam, op een bepaald moment, met een opeenvolging van ervaringen, die verleden, heden en toekomst worden. Maya. Begoocheling.
