Een kunstenaar vroeg aan de Boeddha hoe hij moest mediteren. ‘Wat is je beroep?’ vroeg de Boeddha.
‘Ik ben muzikant.’
‘En welk instrument bespeel je dan?’
‘Een snaarinstrument.’
‘Hoe krijg je de juiste klank uit je snaarinstrument? Door de snaar goed op te spannen of door hem slap te laten?’
‘Geen van beide. Als ik te strak aanspan, komt er geen mooie klank uit en als ik helemaal niet aanspan, ook niet. Ik moet juist het middelpunt vinden tussen beide.’
‘Zo moet je ook mediteren. De geest niet gespannen houden en ook niet te losjes, maar precies het punt middenin vinden.’
